44 Cent van 1828

Rouke van der Hoek.

Een gedicht dat speelt in de buurt Weert. De weg waar u op staat is de vroegere hoofdverbinding tussen Maastricht en Sittard.
Aan de hand van een door de dichter hier in de buurt gevonden cent uit het begin van de negentiende eeuw, begint een reeks speculaties met in de hoofdrol de drie koningen Willem, die hier inderdaad passeerden (Willem II was zelfs korte tijd eigenaar van het nabije Kasteel Vaeshartelt).
De speculatie over de herkomst van de cent mondt uit in het beeld van “Drie karavanen met centengooiende vorsten”. En dat alles “voor de prijs van 1 cent”. Waarmee de cirkel rond is. En het gedicht zichzelf te kijk heeft gezet.

 

Cent van 1828

Als maan rijzend uit een aardkluit
steekt de bronzen cent boven de geploegde akker,
het kroontje op de W keurig rechtop.

Wie van onze voorgangers
in de buurtschap Weert aan de oude steenweg
zo onvoorzichtig dan wel spilzuchtig?

Of...

Het is bekend dat ze hier langs reden
op weg naar Maastricht.
Willem I strooide centen met zijn wapen rond,
aardigheidje voor de onderdanen.
Willem II, altijd mot met zijn vader, kon de kroon
van de oude niet in zijn portemonnee dulden
en wierp hem verre van zich
(uit brieven aan de Romanovs te Moskou
met wilde letters en uitroeptekens
blijkt zijn permanente overspannenheid).
Willem III (bezocht de papierfabriek te Weert-Meerssen)
deed royaal afstand van munten
waarop hijzelf niet prijkte.

Drie caravanen met centengooiende vorsten
in die gistende voorvorige eeuw
inclusief volk, dekking zoekend voor rondvliegend brons
en de explosieve motieven erachter

voor de prijs van 1 cent.