gedichten langs de geul valkenburg

Gedichtenroute langs de Geul Gulpen-Wittem

Het traject van de Gedichtenroute langs de Geul in Gulpen-Wittem is circa 14 km lang, en gaat over vlak terrein. U kunt uiteraard ook een deel van de route lopen, en zelf het start- en eindpunt bepalen. Onderweg zijn er horecagelegenheden. Er is een folder met routebeschrijving en een folder voor de gehele route te verkrijgen bij o.a. het VVV. U kunt ook de routebeschrijving hier downloaden en uitprinten (PDF).

Gedichtenroute Gulpen-Wittem: Gedichten nummers 1 t/m 14
Gedichtenroute Valkenburg: Gedichten nummers 15 t/m 32
Gedichtenroute Meerssen: Gedichten nummers 33 t/m 47

01 Bij de Heimansgroeve

Paul Hermans - Kerstmis in Cottessen

Je zou hier moeten komen in december, om de kou te voelen, de laagstaande zon te zien en de sterren te zien vallen. Het water kabbelt er in een ruime boog voort, maar vissen mag er niet. Ook niet in de andere jaargetijden, zittend onder de maretak. Meer dan honderd jaar geleden verbleef Heimans hier en raakte er onder de indruk. Net zoals velen na hem.

gulpen wittem 01a

In deze groeve komt gesteente uit het Carboon (zo'n 300 miljoen jaar geleden aan de oppervlakte - het is daarmee het oudste zichtbare stukje Nederland. De groeve is genoemd naar Eli Heimans (1861-1914). Hij was natuuronderzoeker en een van de eerste toeristen die naar Epen kwam. Hij heeft samen met Jac. P. Thijsse de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten opgericht.

De maretak (vogellijm, mistletoe) die hier veel voorkomt is een halfparasiet die vooral in Zuid-Limburg voorkomt, vaak in populieren en appelbomen. De maretak werd vroeger aan balken van stallen gehangen en diende om de mare (heks, spook) te verjagen en zo het vee vruchtbaar te houden. In Nederland is de maretak wettelijk beschermd.

gulpen wittem 01b

02 Tussen Heimansgroeve en brug over de Geul

Rutger Kopland - De roeier

De twee bomen reiken met de rand van hun schaduw net tot aan de woorden. Het is zo’n plek waar de rivier bij hoog water buiten zijn oevers treedt. Onverstoorbaar, niets en niemand ontziend zijn weg vervolgt en roeiers kansloos laat. Nu, in alle rust stromend, zijn de oevers zichtbaar, komen wortels bloot en schieten visjes langs de bodem, schuivend over de kiezels.

101w

In het gebied tussen de Heimansgroeve en de brug over de Geul komt het voor Nederland unieke gele zinkviooltje voor. Het kan hier groeien omdat er zinkresidu in de bodem aanwezig is. Dat zink wordt bij hoogwater door de Geul aangevoerd vanuit het Belgische Kelmis, waar tot in de 20ste eeuw diverse zinkmijnen gevestigd waren. Het zinkviooltje wordt wettelijk beschermd in Nederland.

gulpen wittem 02b

03 Volmolen

Bernlef - Het vrije veld

Het is vandaag zo’n dag waarop het molenrad draait en druppels plenzend en als glinsterende kristallen terugvallen in hun oude bedding, op weg naar de zee. De sluis staat open, het water bruist. Verder beweegt er niets, althans niets zichtbaars. Luister naar het onaantastbare en probeer vat te krijgen op datgene waar geen woorden voor zijn. Je moet het voelen, ondergaan. Innerlijk opnemen tot in je vezels.

093w

De 18de-eeuwse Volmolen is vroeger gebruikt voor het vollen van wollen stoffen en het verwerken van vlas.

Toen het vollen niet meer lonend was, is de molen in 1872 omgebouwd voor het malen van graan. Tot 1994 is de Volmolen gebruikt door het Gilde van Echte Bakkers. Nu wordt de molen nog voor veevoer gebruikt. Het water uit de Geul dat de molen aandrijft stroomt in een speciaal daarvoor gegraven waterloop, de zgn. molentocht.

Volmolen Gulpen-Wittem

04 Langs de Geul tussen Epen en Mechelen

Mark Boog - Mij, schaap

Water ruist onder donkere boompartijen. Hier hebben de koeien het rijk overgenomen van de schapen, samen met de vlinders, rondsuizende insecten en kwinkelerende vogels. Hoor ik daar een krekel? Een koekoek in de verte, hoog boven de bomenrij op de heuvel? De wol is nu ver weg van hier, wellicht al verwerkt tot een wintertrui die nog onderweg is. Dus dat duurt nog even.

g80w

Op dit stuk ziet u weer prachtige klassieke rivier-meanders: aan de ene kant schuurt het water de oever uit tot een loodrechte wand; aan de andere kant ontstaat een bijna vlakke aangeslibde oever.